Het NRC doet met haar artikel over Pieter Omzigt van zaterdag 11 november jl. weer het (on)nodige stof opwaaien. De meeste kranten nemen de aantijgingen klakkeloos over. Maar als je sec naar de feiten kijkt, blijkt het ‘bewijs’ voor de beschuldigingen nogal te rammelen.
Het NRC stelt dat Omtzigt:
– Alexandr A. inhoudelijk heeft gedicteerd wat hij moest zeggen, met als doel Alexandr twijfel te laten zaaien rond de toedracht van de MH17 ramp,
– spreektijd voor Alexandr heeft aangevraagd,
– op de hoogte was van het feit dat Alexandr al contact met het JIT had gehad en dat het JIT zijn verklaring niet relevant achtte,
– en op de hoogte had kunnen zijn van het feit dat Alexandr namens zijn vrouw sprak (al was dit vluchtig en in gebrekkig Nederlands ter sprake gekomen).
Omtzigt erkent dat hij onzorgvuldig is geweest, maar ontkent er sprake was van een opzetje, een dictaat, en dat hij op de hoogte was van de twee laatste punten.
Dictaat?
Omtzigt heeft op verzoek van Jeroen Van Rijsbergen (“hobby onderzoeker MH17 ramp”) voorafgaand aan de bijeenkomst met getuige Alexandr A. gesproken. Van dat gesprek zijn opnames.
Als Omtzigt in zijn sms inhoudelijk iets anders schreef dan wat Alexandr tijdens die opnames heeft verteld, dan had het NRC de verschillen zeker naast elkaar gelegd. Dat zou immers hard bewijs zijn voor inhoudelijke instructies. Blijkbaar is dat niet het geval.
Na het gesprek is Omtzigt naar moderator Hella Hueck gestapt. Hueck verklaarde zaterdag 11 november jl. bij WNL: “Hij (Omtzigt) ging mij en de organisatie helpen zodat de man geen tirade van een half uur ging houden.”
Het advies aan Alexandr A. was om het kort en bondig te houden en slechts één vraag te stellen. Wat het NRC een dictaat noemt, is waarschijnlijk een opsomming van de kernpunten uit het verhaal dat Alexandr in het eerdere gesprek vertelde. Gezien de verklaring van Hueck, lijkt het plausibel dat Omtzigt het bericht heeft verstuurd met de intentie Alexandr zijn verhaal kort en kernachtig te laten houden. De enige toevoeging is de vraag “Bij wie moet ik me melden?”. Dat is niet inhoudelijk en ook overeenkomstig met de met Hueck gemaakte afspraak.
De beschuldiging dat het om een dictaat gaat is niet gebaseerd op de opnames van het gesprek, maar slechts op de verklaringen van Van Rijsbergen en het sms bericht, dat uit zijn context alle ruimte voor speculatie laat.
Spreektijd
Wat het regelen van spreektijd betreft verklaart Hueck: “Zo heb ik dat niet ervaren.” WNL: Volgens Hueck ging het om een avond waar iedereen welkom was, en meldde deze man zich voorafgaand aan de bijeenkomst met zijn verhaal. (…) En “Het is dus niet zo dat hij spreektijd voor hem regelde, want het was een open bijeenkomst.”
Deze aantijging is dus ronduit onwaar.
Één bron is geen bron
Een krant dient minimaal twee betrouwbare bronnen te hebben, helemaal als het om ernstige aantijgingen gaat. Maar het hele verhaal is gebaseerd op de verklaringen van Van Rijsbergen. Zowel de opnames van het gesprek – voor zover weergegeven door de krant – als het SMS bericht laten te veel ruimte open voor speculatie en interpretatie
Waarom heeft het NRC niet de moeite genomen om ook Hella Hueck te horen over deze kwestie?
Suggestief
Naar aanleiding van het filmpje van Van Rijsbergen (hier te zien op Youtube), constateert het NRC ook nog eens dat Omtzigt vanuit het panel reageert ‘alsof hij Alexandr A. nog nooit heeft gezien’. Maar moderator Hueck heeft ook met Alexander A. gesproken en zwaait hem ook niet toe vanaf het podium. Begrijpelijk. De setting leent zich namelijk niet voor familiaire begroetingen.
Omtzigt reageert dan ook formeel en wekt daarmee m.i. ook niet de indruk dat hij enthousiast op het verhaal in wil gaan, laat staan inhoudelijk. Hij verwijst de man kort door naar de relevante instanties en stelt dat het aan het onderzoeksteam is om daar wat mee te doen. Hij zegt dit bovendien pas nadat Hella Hueck hem vraagt of hij wil reageren. Die lijkt zich daar overigens toe genoodzaakt te voelen omdat een ander panellid de vraag van Alexandr aanvankelijk afdoet met een cynische opmerking.
Er lijkt – geheel in overeenstemming met de verklaring van Hueck – eerder sprake te zijn van een gezamenlijk opzetje van Omtzigt en Hueck, maar dan om de man de spreektijd te geven (waar hij gezien het open karakter van de avond nu eenmaal recht op heeft) en de kwestie verder zo snel en formeel mogelijk af te handelen, juist omdat het zo pijnlijk was voor de nabestaanden.
Het lijkt ook plausibel dat Omtzigt in eerste instantie handelde vanuit het idee dat er ook ruimte moet zijn voor mensen die zich niet gehoord voelen. Dat is misschien – gezien het doel van de bijeenkomst – onverstandig en naar de nabestaanden toe zeker onzorgvuldig.
Maar het doet hoegenaamd niets af aan zijn integriteit.
Journalistieke ethiek.
De journalistieke ethiek vereist dat een artikel opgebouwd wordt aan de hand van de ‘5 W’s en de H’: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe.
Het ‘Waarom’ laat het NRC echter zo goed als onderbelicht. Er wordt zonder onderbouwing gesteld dat Omtzigt twijfel heeft willen zaaien. Maar er wordt niet verklaard wat daar dan precies zijn belang bij zou zijn en waarom hij daartoe willens en wetens een ‘nepgetuige’ met een door hem inhoudelijk voorgekauwde verklaring aan het woord zou laten. Dat laat – wederom – te veel ruimte voor speculaties.
Geloofwaardigheid
De opnames – voor zover door de krant weergegeven – lijken geen hard bewijs te leveren voor de beschuldigingen. Rest het verhaal van Jeroen Van Rijsbergen. Het NRC schildert hem af als een man die ‘als hobby’ de MH17 ramp onderzoekt’ en die bovendien vanwege zijn twijfel aan de officiële bevindingen van het onderzoeksteam – totaal ongeloofwaardig is.
Waarom acht het NRC zijn verhaal over de rol van Omtzigt in deze dan opeens wel geloofwaardig?
Het lijkt er op dat Van Rijsbergen niet alleen Omtzigt, maar ook nog eens het NRC voor zijn karretje heeft weten te spannen. Best wel knap voor een ‘hobbyist’, nietwaar?
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.